Ik ben altijd een echt wintermeisje geweest. Gek op sneeuw, op de behaaglijkheid van een gezellig huis, op warme thee. En hoe meer ik me bewust word van de natuur en haar veranderlijkheid, hoe meer ik de diepte zie van de schoonheid van het winterseizoen.
Als ik denk aan de winter komen er twee verschillende plaatjes in mij naar boven. Op het eerste plaatje zie ik sneeuw, dennenbomen en kaarsjes. Het is een aangenaam plaatje dat een gevoel van warmte oproept. Een plaatje waar je meteen verliefd op wordt.
Het tweede plaatje is grijs, kil, guur en uitzichtloos. Op het eerste gezicht lijkt het veel minder aantrekkelijk dan plaatje één, maar als je dieper kijkt, je geduld uitnodigt om dit plaatje echt te aanschouwen, dan is het prachtig. Het is dit tweede plaatje waarvoor ik ieder jaar meer liefde lijk te koesteren.
Ik word rustig van de grijze, donkere kleuren. Van de somberheid en de melancholie. Ik krijg er een zachte focus van, het vermogen om te relativeren, om perspectief te kijken. Het plaatje vraagt me om naar binnen te keren, om daar, in alle rust, te ontdekken wat zich in mij afspeelt. Wat het is dat ik echt belangrijk vind, waar mijn focus dit jaar naar uit mag gaan. Net zoals dat de bomen hun sappen terugtrekken naar de wortels en zich voorbereiden naar het nieuwe seizoen, zo keer ook ik naar binnen.
Zelfs na de winterzonnewende, wanneer de dagen weer langer worden, wordt het winterseizoen gekenmerkt door duister. Door stilte. De feestdagen zijn voorbij, het vieren is afgelopen. Het is tijd om te zijn. En in deze stilte verschijnt er een staat van helderheid. Een staat waarin ik boodschappen ontvang, mijn spirit guides duidelijker spreken, ik helder voor me krijg wat mijn intentie is voor dit jaar. Welk pad ik kies.
In de winter heb ik meer tijd om alleen te zijn, om lange wandelingen te maken door het verfrissende, verstillende, grijze landschap. Door bos of stadspark. En ik luister. Naar de gesprekken van de vogels, het briesje dat door de takken van de slapende bomen trekt, het geborrel van de waterkoker op het aanrecht. Ik luister naar het gefluister van mijn intuïtie, van mijn ware stem, naar mijn werkelijke zelf. Ik luister naar de stemmen die in andere seizoenen overstemd worden.
Ik praat niet zoveel. Als ik alleen ben soms hele dagen niet. Dan zag ik alleen zo af en toe een woordje tegen mezelf. Of neurie ik mee met een zacht pianomuziekje.
Het monotone palet van de winter laat ons het terrein verkennen. Het stelt de dieptes van onszelf open, dieptes die we mogen leren kennen, als we kijken, als we luisteren. Als we pauzeren. Dan gaat er een wereld voor ons open, zien we de pracht die verscholen ligt in het grijze uitzichtloze, in de verstilling van de dag. In de dieptes van ons ware zelf.
Wil jij jouw reis naar binnen maken en je spirit guides ontmoeten? Neem dan nu de eerste stap en download mijn geleide Sjamaanse Reis.